Met de cinematografie als passie en het felbegeerde Gouden Kalf al half onder de arm, begon ik Herman Vogel, februari 2004 aan de pré-productie van mijn eerste korte film.
Het zou een lowbudget kort-drama worden waarbij ik jong en aankomend (filmacademie) talent de kans wilde geven om set-ervaring op te doen. Ik verbaasde me die periode over het vele afgestudeerde talent van de filmacademie, dat in afwachting van een eerste rolletje in een film, bijna wanhopig vakken stond te vullen bij de supermarkt of doelloos met lege glazen in de horeca rondliep.
Wist dus dat het samenstellen van een gemotiveerde en jonge crew geen probleem zou zijn en op zich al een uitdaging was.
Hoewel ik voor deze film alles uit mezelf wilde halen, maakte ik voor het scenario een uitzondering. Ging dus opzoek naar een goed verhaal, dat naar mijn overtuiging een maatschappelijke boodschap moest hebben.
Zo kwam ik in contact met schrijfster Yvonne Gillissen. Haar single-play; ‘Kom en Kus mijn Ziel’, was inmiddels uitgeschreven als filmscript en sprak mij zo aan dat ik enthousiast op zoek ging naar mogelijke filmlocaties.
Eerdere filmprojecten hadden mij doen inzien dat filmopnamen in de grote steden op hoge kosten en veel onwil bij gemeentes kon leiden. Voor mij stond dus vast om de filmlocaties zo veel mogelijk buiten de randstad en zo dicht mogelijk bij huis, in de provincie te zoeken.
Locaties
Om het hele project voor iedereen zo overzichtelijk mogelijk te houden ging ik uit van dertien draaidagen die hoofdzakelijk in een weekend zouden vallen. Mijn woonhuis in Meppel werd een aantal keren omgebouwd tot filmset dan wel slaapplaats voor de crew. Overige filmlocaties had ik gevonden in Emmen, Hoogeveen, Almere, Amsterdam en Castricum aan Zee. Na al deze locaties te hebben vastgelegd kwam de productie pas echt op stoom en konden draaiboek en de callsheets gemaakt worden.
Het verhaal
Door een ongelukkige toeval vindt er een ontmoeting plaats tussen een zelfstandige alleenstaande vrouw en twee mannen. Tot haar eigen verrassing, wordt de vrouw vreselijk verliefd op één van hen. Wanneer echter blijkt dat de man een TBS verleden heeft, zal deze prille liefde behoorlijk op de proef gesteld worden.
Cast en crew
In samenwerking met castingbureau’s en een aantal oproepen op het prikbord van de NFTVM (Nieuwe Film en Televisie Makers), konden in april 2004 de eerste audities gehouden worden. Deze bleken overweldigend en de aanmeldingen stroomde binnen. Dit gold trouwens ook voor de selectie van de crew. De opkomst en het jeugdige enthousiasme, dat in Utrecht aan een afgelegen tafeltje in ‘De Winkel van Sinkel’ op de Oude Gracht, enkele dagen aan mij voorbij trok, leek veel belovend.
Ondanks dat er nog geen meter gedraaid was, begon ‘Kom en Kus mijn Ziel’ bij vele, en niet op de laatste plaats voor mijzelf, gestalte te krijgen.
Hoewel ik alle vertrouwen had in jong acteertalent, wist ik dat deze het beste uit zich zelf zouden halen wanneer de dragende rollen hen professioneel tegenspel zouden kunnen geven. Voor de mannelijke hoofdrollen kon ik een beroep doen op het professionele acteertalent van Dirk van der Pol en Bart Leenders. De vrouwelijke hoofdrol had wat meer voeten in de aarde. Was weken druk met bellen. Maar na de nodige overredingskracht, kreeg ik aan een klein tafeltje in het Amsterdamse café-restaurant ‘Dantzig’, uiteindelijk haar ‘Ja’-woord. Onder de voorwaarde dat ze het beste hotel van Meppel kreeg, tijdens haar draaidagen, zou Maeve van der Steen de vrouwelijke hoofdrol in mijn film gaan spelen.
De vuurdoop
De eerste twee aan één gesloten draaidagen zouden niet alleen een eerste kennismaking van de crew betekenen, maar zou ook nog eens de zwaarste van alle draaidagen worden. In het wandelbos ‘Engelgaarde’, (tussen Meppel en Ruinerwold) zouden op één buitenlocatie meerdere scènes gedraaid worden. Een ochtend-, avond- en nachtscènes.
De dag ervoor had ik bij Bredenoord in Apeldoorn een 15 KiloWatt gedempte aggregaat aan mijn trekhaak gehangen om deze buitenlocatie van genoeg stroom te kunnen voorzien. Uiteindelijk zouden we het weekend van 10 op 11 juli onafgebroken op de been zijn om alle scènes gedraaid te krijgen. Deze fysieke vuurdoop zou de saamhorigheid en het onderling vertrouwen in het verdere verloop van het project, alleen maar versterken.
Paard en wagen
De props (rekwisieten) waar we dit weekend mee moesten werken zorgde vooraf wel voor de nodige stress. Voor de eerste scène hadden we gerekend op een paard dat ons door de nabij gelegen manege-eigenaar was toegezegd. Doordat de wereld van een doorsnee manege-paard niet groter is dan een rondje zaagsel met een dak erop, was hier al meteen het eerste ‘leermoment’ een feit. Om bij onze locatie te komen zou ons filmpaard, niet alleen de manege moeten verlaten, maar ook nog eens de onwennige honderden meters moeten afleggen. Met de nodige vertraging aangekomen, bleek het paard eerst te moeten rusten, alvorens open te staan voor aanwijzingen op de set.
Begin van de avond zou, zoals afgesproken, het tweede rekwisiet zijn opwachting moeten maken. Voor het ‘car-shot’ was het wachten op een zwarte Chevrolet uit 1970. Na veel omzwervingen door het inmiddels duister geworden Drentse landschap, had ook deze klassieker onze set weten te vinden en werd de camera voor ons ‘rij-shot’ op de motorkap gezet.
Niet alles over rozen
De daarop volgende draaidagen verliepen vlekkeloos en geheel volgens schema. Een kleine tegenslag was er overigens wel te overwinnen in de Gemeente Meppel, waar een aantal filmopnamen gepland stonden. De zogenoemde ‘aanrandings-scène’, zoals die in het script stond, viel bij Burgemeester en Wethouders van deze Drentse gemeente in het verkeerde keelgat. Twee dagen vóór we zouden gaan draaien, laat betreffende VVD Wethouder Harm Jan Lanjouw weten geen toestemming te verlenen om deze scène in zijn pas opgeleverde fietstunnel toe te laten. Nadat RTV-Drenthe, de locale kranten en zelf het AD hun verontwaardiging over deze zedelijke besluitvorming hadden geuit, konden we op uitnodiging van de gemeente Almere, gebruik maken van hun fietstunnel.
Afscheid
Op zaterdag 23 oktober 2004 was de laatste draaidag een feit. Met een, voor de continuïteit van de film, inmiddels al te laag hangende zon, konden we de laatste scènes in het Noorder dierenpark in Emmen succesvol met een ‘final wrap’ afsluiten. Na wat flessen champagne te hebben ontkurkt, moesten we afscheid van elkaar nemen. Het leek alsof er een familie uit elkaar viel. Enerzijds de ontlading dat we alles hadden gedraaid, maar tegelijk overvallen door weemoed omdat er geen draaidagen meer zouden volgen.
De afwerking
Voor mezelf zou de film hier pas beginnen. Na maanden van productie en ontbijtjes maken voor mijn crew, kon ik nu in eenzame opsluiting de resultaten rustig terugkijken en een begin maken met de montage.
Tegelijkertijd was in zijn geluidsstudio in Utrecht, Herbert Boland begonnen met de soundtrack voor de film. Dankzij de akoestische gitaarklanken van Coen Beijer en de onsterfelijke bijdrage van zangeres Linda Smeets, zou hij de film naar een nog hoger niveau tillen.
Om verzekerd te zijn van deelname aan de 25 editie van het Nederlands Filmfestival van 2005, besloot ik om de preview op vrijdag 15 april 2005 te plannen.
Met deze datum in het achterhoofd had ik mezelf een deadline opgelegd en op die manier de druk om de hele film goed en tijdig af te werken. Na maanden van knippen en plakken kwam het onherroepelijke moment waarop ook ik het project uiteindelijk moest ‘loslaten’, om het ‘kindje’; ‘Kom en Kus mijn Ziel’, aan de nieuwsgierige en afwachtende buitenwereld te tonen.
De Première
Na meer dan een jaar, was het zover. Zeker honderd genodigden, inclusief pers, waren samengekomen in de filmzaal van ‘Het Ketelhuis’, bij de voormalige gasfabriek in Amsterdam, om de viewing bij te wonen. Met het weerzien van de cast en crew, had deze viewing ook wel iets weg van een reünie. Nu kon en moest een ieder zijn mening geven over ‘Kom en Kus mijn Ziel’.
‘Gouden Kalf’
Het beoogde ‘Gouden Kalf’ is er weliswaar niet gekomen. Het Utrechts Filmfestival liet in een reactie weten; dat door de overweldigende belangstelling mijn inzending in Utrecht helaas niet op het witte doek, van het aankomend festival, te zien zou zijn. Toch kijk ik met tevredenheid terug naar het behaalde resultaat en in het bijzonder, de weg er naar toe.
In alfabetische volgorde dank aan:
Yvette Bavelaar, Sander Beenen, Tony Beetsma, Coen Beijer, Jelle Berlijn, Rob Bierenbroodspot, Urias Boerleider, Herbert Boland, Maud Bredius, Gwendolyn Buijteweg, Susan van den Bulk, Petra van Dinter, Conny ter Ellen, Elsbeth Engelsman, Gerben ter Bekke, Liane van Driel, Yvonne Gillissen, Daniël Groener, Cisca Gol, Bart Hemmer, Nathalie Huisman, Cor de Jong, Leonie van de Kamer, Yvon Koole, Sabine Keulen, Bart Leenders, Renate van Laarhoven, Marja van der Meer, Flip van der Meer, Hans Mulder, Maarten Mulder, Dirk van der Pol, Lavie Schimanski, Martijn Scholte, Maeve van der Steen, E. Slomp, Linda Smeets, Raimond Veenstra, Dirk Verhoeven, Sandra Vissering, Tim Vogel, Joppe Wieringa, Marco Zeelte en paard ‘Rhora’.
Wijbren Landman – Noorder Dierenpark Emmen,
Marieke Duijvestein – Diaconessenhuis Meppel,
Buro HALT Hoogeveen,
Holland Equipment Amsterdam,
CREA Amsterdam,
Gemeente Almere,
Gemeente Castricum,
Gemeente Meppel.
(Setfoto’s: Tony Beetsma)